Beleidsnieuws

Taalleerdersonderzoek in het Huis van het Nederlands Brussel

Zelfs in het bijzondere coronajaar 2020 klopten bijna 15.000 bezoekers aan bij het Huis van het Nederlands met een vraag over taalcursussen NT2. Ongeveer 6.500 schreven zich effectief in. Dankzij een snelle digitale omschakeling en een vlotte coronaveilige heropening van de fysieke deuren wist het Huis van het Nederlands dus grotendeels zijn werking te handhaven.

Wel wordt er op dit moment een grootschalig taalleerdersonderzoek uitgevoerd dat peilt naar de motivatie en de verwachtingen van volwassen Brusselaars die Nederlands willen leren en de factoren voor het succes van de trajecten van de NT2-leerders onderzoekt. Want de slaagcijfers zijn verder in negatieve richting geëvolueerd. Amper 48,6 procent van de cursisten slaagt voor een module waarop ze ingeschreven zijn, 15,5 procent slaagt niet en 34,5 procent valt in de loop van de module uit. Het Huis van het Nederlands geeft echter enkel advies over Nederlandse lessen, zelfstudie of activiteiten om het Nederlands te oefenen. Afhankelijk daarvan wordt men doorverwezen of rechtstreeks ingeschreven in de opleiding die het beste past: aan een centrum voor volwassenenonderwijs, een centrum voor basiseducatie of een universiteit die de cursussen zelf organiseren.

In de Vlaamse commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn van 26 mei gaf Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle (CD&V), op vraag van Annabel Tavernier (N-VA), een toelichting: ‘Het spreekt voor zich dat zowel Vlaams minister van Inburgering, Bart Somers (Open Vld) als ikzelf binnen onze bevoegdheden onze schouders hieronder zetten, samen met het Huis van het Nederlands’. De onderwijsinstellingen, die de cursussen organiseren, ressorteren onder Vlaams minister van Onderwijs, Ben Weyts (N-VA).

De minister onderlijnde dat het de bedoeling is om de resultaten van het onderzoek ‘Brusselse taalleerders’ af te wachten. Men werkt hierin op twee sporen: het eerste spoor is een kwantitatieve analyse van de gegevens in het registratiesysteem van het Huis. Het tweede is een kwalitatief luik dat polst naar de ervaringen die motiverend dan wel demotiverend werken tijdens het leerproces, en hoe die de resultaten, in de vorm van slaagcijfers en toegenomen spreekdurf, mee beïnvloeden. De bedoeling van al die zaken en van dat onderzoek is ervoor te zorgen dat op termijn die cijfers beter worden, dat er minder cursisten afhaken, dat er meer cursisten slagen, en vooral dat meer Brusselaars het Nederlands op een goede manier machtig zullen zijn.

Minister Dalle: ‘Afhankelijk daarvan zullen wij onderzoeken of we binnen onze bevoegdheden nog extra beleidsmaatregelen kunnen nemen. Die maatregelen zouden dan flankerend kunnen bijdragen tot een lagere uitval en betere slaagkansen bij NT2-cursisten.'

De volledige vraag en antwoord lees je hier.