Beleidsnieuws

Samenwerkingsakkoord Brussel-Vlaanderen

Laurence Libert (Open VLD) stelde een schriftelijke vraag aan Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) over interregionale mobiliteit en het al lang aanslepende samenwerkingsakkoord tussen de Brusselse en de Vlaamse regering.

Het samenwerkingsakkoord werd niet bekrachtigd tijdens de voorbije legislatuur, maar er werd wel een tekst opgesteld in een samenwerking tussen de kabinetten van ministers Muyters en Gosuin (DéFI), VDAB en Actiris. Bij aanvang van de volgende legislatuur wenst men dit akkoord af te sluiten tussen de bevoegde ministers en te bekrachtigen door beide parlementen.

Minister Muyters somde nog een heel aantal belangrijke doelstellingen en acties van het akkoord op. Het nieuwe samenwerkingsakkoord heeft de ambitie om sneller in te spelen op de wijzigingen op de gezamenlijke arbeidsmarkt. Het akkoord somt de initiatieven en de gezamenlijke dienstverlening op die VDAB en Actiris aanbieden om de interregionale mobiliteit te stimuleren en biedt de juridische basis voor de samenwerkingsovereenkomsten tussen beide organisaties.

In de overeenkomst worden de bestaande belemmeringen voor de uitwisseling van vacatures weggenomen. De samenwerking tussen beide gewesten (opzetten van een crisiscel) bij grote faillissementen of collectieve ontslagen wordt verdergezet. Het samenwerkingsakkoord omvat verder de principes voor samenwerking tussen het Brussels Gewest en Vlaanderen m.b.t. de afstemming van Onderwijs, Opleiding en Arbeidsmarkt. Beide regeringen willen zich engageren om samen te werken tegen de ongekwalificeerde uitstroom uit het Onderwijs en voor een betere transitie vanuit Onderwijs naar de Arbeidsmarkt.

De precieze cijfers over de interregionale mobiliteit in het eerste kwartaal van 2019 vindt u terug in de schriftelijke vraag. Meest opvallend, maar niet geheel onverwacht, is dat de meeste Brusselse werkzoekenden die in 2019 een traject hebben opgestart, nog bezig zijn met een taalopleiding Nederlands. Instromen in een beroepsopleiding kan pas als de werkzoekenden al een basiskennis Nederlands hebben. Daardoor zijn er tot nu toe slechts 5 werkzoekenden gestart in een beroepsopleiding. Eén van hen heeft al een vooropleiding Nederlands achter de rug. De vier andere cursisten zijn meteen in een beroepsopleiding gestart mét taalondersteuning op de opleidingsvloer.