Beleidsnieuws

Vragen aan Brusselse ministers van Werk en Economie

Brussels minister van Werk en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt (DéFI) beantwoordde de afgelopen tijd weer heel wat schriftelijke vragen van Brusselse parlementsleden. De thema’s varieerden van het verlies van werkloosheidsuitkeringen tot beperkingen aan de declaratieve inschrijving bij Actiris en ontslagen tijdens de coronacrisis. Andere vragen gingen over discriminatie op de werkvloer, knelpuntberoepen die niet raken ingevuld, het relance- en herstructureringsplan om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden, en inspanningen om vrouwen toe te leiden naar IT-beroepen. Brussels staatssecretaris bevoegd voor Economische transitie Barbara Trachte (Ecolo) kreeg een vraag in verband met de economische en sociale top van 16 januari 2020 over Strategie GO4Brussels.

Uitsluiting van de werkloosheidsuitkering

Brussels parlementslid Véronique Lefrancq (cdH) toonde bij Clerfayt interesse in het aantal werkzoekenden die hun recht op een werkloosheidsuitkering verloren in 2018 en 2019. In 2015, 2016 en 2017 waren dit opeenvolgend 4.785, 919 en 752 personen. Clerfayt stelt vast dat het aantal werklozen waarbij hun recht op een inschakelingsuitkering afloopt, blijft dalen in 2018 en 2019, met opeenvolgend 593 en 481 personen.

Lefrancq stelde Clerfayt ook de vraag of er uitzonderingen bestaan op de normale procedure waarbij een persoon zijn of haar werkloosheidsuitkering verliest na drie jaar. Clerfayt geeft aan dat werkzoekenden die vallen onder het “MMPP” statuut (met een mentale, medische, psychische of psychiatrische beperking) voor een langere periode een werkloosheidsuitkering kunnen ontvangen. Concreet krijg je dit statuut gedurende twee jaar en is dit verlengbaar na controle. In deze periode krijgt de persoon in kwestie een ’beschermingsuitkering’ met hetzelfde bedrag als een inschakelingsuitkering. Wanneer de persoon met het statuut beschikbaar wordt voor de arbeidsmarkt, heeft de persoon nog twee jaar recht op een uitkering zodat hij of zij de tijd heeft om een job te vinden.

De volledige vraag van Véronique Lefrancq aan het adres van minister Bernard Clerfayt kunt u hier terugvinden. 

Het aantal geannuleerde vacatures in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Brussels parlementslid Bianca Debaets (CD&V) had uit cijfers van VDAB vernomen dat 10% van de vacatures in Vlaanderen geannuleerd werd. Op vier jaar tijd steeg het aantal vacatures bij VDAB met 60%, maar steeg het aantal geannuleerde vacatures nog sneller met maar liefst 78%. In 75% van de gevallen gaat het daarbij om knelpuntberoepen waar geen geschikte kandidaten voor gevonden worden. Debaets vroeg zich af of dezelfde conclusies kunnen worden getrokken uit de cijfers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Minister Clerfayt haalt in zijn antwoord geen cijfermateriaal aan die een vergelijking met Vlaanderen mogelijk maakt. Clerfayt geeft wel aan dat er van de geannuleerde werkaanbiedingen veel minder knelpuntenberoepen zijn dan in Vlaanderen. In 2018 was 37,4% van de geannuleerde werkaanbiedingen een knelpuntberoep in het BHG. In 2019 was dat 36,8%. Het aandeel knelpuntberoepen van het aantal geannuleerde werkaanbiedingen bleef dus relatief stabiel.

Clerfayt somt ook een reeks maatregelen op die ervoor moeten zorgen dat knelpuntenberoepen in Brussel worden ingevuld. Hiervoor kijkt hij naar de Oplossingsgarantie en het Beroepenpunt die werkzoekenden de weg moeten tonen naar beroepsopleidingen gelinkt aan knelpuntberoepen. De Polen Opleiding-Tewerkstelling moeten dan weer de band versterken tussen sectoren waar veel knelpuntberoepen onder vallen en het opleidingsaanbod dat hierop kan inspelen. Ten slotte zal Actiris met haar partners een actieplan ‘segmentatie’ uitwerken die mogelijke knelpuntberoepen voor de toekomst in kaart zullen brengen.

De volledige vraag van Bianca Debaets aan minister Clerfayt vindt u hier terug.

Inspanningen om vrouwen toe te leiden naar IT-beroepen

Bianca Debaets heeft zich via een schriftelijke vraag aan Clerfayt ook geïnformeerd over het bestaan van een overzicht van de bestaande ICT-opleidingen. Verder kaartte Debaets aan dat vrouwen nog steeds moeilijk toegang vinden tot de IT-sector. Debaets toonde in haar vraagstelling interesse in de Brusselse initiatieven die er bestaan om meer vrouwen naar deze sector te leiden.

In Brussel wordt het volledige opleidingsaanbod ICT in kaart gebracht door Bruxelles Formation. Naast de opleidingen van Bruxelles Formation bestaat er een aanbod van KMO-opleidingen en een aanbod georganiseerd door VDAB Brussel voor Nederlandstalige werkzoekenden. Heel deze publicatie wordt aangevuld met de tool Dorifor. Digitalcity.brussels, de Pool Opleiding-Werk voor digitale beroepen in BHG,  vult het programmatiekader van Bruxelles Formation aan met opleidingen uit de privésector. Digitalcity zal deze informatie via een platform met de Brusselaars delen.  

Er worden heel wat maatregelen genomen om vrouwen naar de IT-sector te leiden. Zo kent Bruxelles Formation sinds 2007 een subsidie van 110.000 euro toe aan organisaties die vrouwen gratis innovatieve opleidingen laten volgen. Bewustmakingsacties gericht op vrouwen worden ook ontwikkeld door coderingsscholen als Molengeek, Becode en École 19. Het MIC (Microsoft Innovation Centre, een samenwerking tussen BHG en Microsoft) probeert meer vrouwen aan te trekken tot hun ICT-opleidingen via organisaties als  Women in Tech, de Wowo Community etc.

De volledige vraag van Bianca Debaets aan minister Clefayt leest u hier.

Declaratieve inschrijving bij Actiris

Véronique Lefrancq heeft vastgesteld dat de declaratieve inschrijving van werkzoekenden bij Actiris zijn beperkingen kent. Ze geeft het voorbeeld van de bouwsector waarbij de profielen in de databank van Actiris niet matchen met de vraag van de bouwbedrijven. Veel werkzoekenden beschikken niet over de competenties die bouwbedrijven van hun werknemers verwachten. Zo blijft er een groot tekort aan arbeidskrachten in deze sector. Lefrancq is benieuwd naar de strategie van Clerfayt om deze problematiek aan te pakken.

Clerfayt geeft meteen aan dat de consulenten, die samen met de werkzoekende een individueel actieplan uitwerken, de persoon in kwestie wel degelijk bewust maken van de mismatch die er is door een gebrek aan ervaringen en competenties. Als de werkzoekende niet over de bagage beschikt om meteen zijn beroep naar keuze uit te oefenen, zal de consulent hem of haar begeleiden naar een gepaste beroepsopleiding of een professionele heroriëntering opzetten.

Verder hanteert Actiris twee methodes om de werkzoekende op zijn of haar competenties te testen. Ten eerste zijn er de taaltesten. Deze worden mee opgenomen in het dossier van de werkzoekende. Ten tweede kan de werkzoekende zijn of haar competenties laten erkennen. Op die manier krijgt de werkzoekende een certificaat waarmee hij/zij naar een werkgever kan toestappen. Actiris streeft ernaar om online een gezamenlijk referentiesysteem van competenties op te zetten in My Actiris. Hiervoor zijn nog aanzienlijke IT-ontwikkelingen nodig.

De volledige vraag van Véronique Lefrancq aan minister Clerfayt vindt u hier terug.

Discriminatie bij Brusselse bedrijven

Brussels parlementslid Fadila Laanan (PS) polste bij minister Clerfayt naar een stand van zaken van het Brussels actieplan tegen racisme en discriminatie. De studie van view.Brussels die in 2019 werd afgerond concludeerde dat personen van niet-Europese origine massaal en systematisch worden geconfronteerd met discriminatie op het gebied van tewerkstelling.

Clerfayt geeft aan dat steeds meer mensen zich wenden tot het anti-discriminatieloket van Actiris, met uitzondering tijdens de lockdownperiode. Het diversiteitsbeleid moedigt werkgevers aan om diversiteitsplannen te ontwikkelen en toe te passen. De gediscrimineerde wordt daarbij begeleid door de anti-discriminatiedienst van Actiris.

De volledige vraag van Fadila Laanan aan het adres van minister Clerfayt leest u hier.

Ontslagen tijdens tijdelijke werkloosheid coronacrisis

Debaets confronteerde Clerfayt met de informatie dat bedrijven binnen het systeem van tijdelijke werkloosheid steeds meer werknemers ontslaan door de overmacht die ze ondervinden ten gevolge van de coronacrisis. Clerfayt heeft geen weet van dit probleem en wijst op het feit dat het van prioritair belang is om mensen die ontslagen zijn als gevolg van de coronacrisis terug aan het werk te krijgen.

De volledige vraag van Bianca Debaets aan minister Clerfayt vindt u hier terug.

Plan ter bestrijding van de werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis

Brussels parlementslid Farida Tahar (Ecolo) peilde bij Clerfayt naar de prioritaire punten van het relanceplan ten gevolge van de coronacrisis en de ondersteuning daarbij naar een duurzamere economie. Tahar legde in haar vraagstelling vooral de nadruk op het werkloosheidscijfer van jongeren dat terug hoger komt te liggen en ten gevolge van de coronacrisis nog zal toenemen.  

Ten eerste geeft Clerfayt aan dat er een werkgroep is opgericht die een diagnose stelde van de Brusselse samenleving. De vaststellingen van deze werkgroep waren: een grote toestroom van nieuwe werkzoekenden, een daling van het werkaanbod en een forse stijging van het aantal faillissementen. Op basis van deze vaststellingen heeft de Brusselse regering in de eerste plaats het partnerschap met Actiris versterkt om aan de begeleiding van nieuwe werkzoekenden te kunnen voldoen. Verder zal het opleidingsaanbod versterkt worden. Om werknemers bij faillissementen te begeleiden werd een gewestelijk fonds opgericht. Ook belangrijk is dat het relance- en herstructureringsplan zal worden geïntegreerd in Strategie GO4Brussels 2030.

Om deze verschillende acties te coördineren zal er een stuurcomité worden opgericht waarin alle kabinetten vertegenwoordigd zijn Op dit moment wordt ook de denkoefening gemaakt wat de prioriteiten moeten zijn om werkloosheid te bestrijden op lange termijn. Hieronder valt eveneens het aanpakken van de jongerenwerkloosheid.

De volledige vraag van Farida Tahar aan het adres van Clerfayt vindt u hier.

De economische en sociale top van 16 januari 2020

Brussels parlementslid Isabelle Emmery (PS) peilde bij staatssecretaris Barbara Trachte naar de beslissingen die zijn gevallen op de sociale top van 16 januari 2020 in het kader van Strategie GO4Brussels 2030.

Trachte vat de Strategie nog eens beknopt samen. De Strategie is gericht op de tewerkstelling en de scholingsgraad van de Brusselse werknemers, maar eveneens op de economische, sociale en ecologische omschakeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De hele Strategie is gebouwd op het aanzwengelen van de Brusselse arbeidsmarkt en de economische dynamiek in Brussel.

De Strategie “scholing en werk” vertrekt vanuit de evaluatie van het opleidingsplan 2020. Deze Strategie, die onderdeel uitmaakt van Strategie GO4Brussels 2030, heeft tot doel de scholingsgraad van de Brusselaars af te stemmen op de aanwervingsnoden van bedrijven en op die manier de scholingsgraad in Brussel te versterken.

Het betaald educatief verlof zal volgens Trachte hervormd worden op basis van het advies van de Economische en Sociale Raad dat weldra zal worden uitgebracht. Deze hervorming wil van betaald educatief verlof een permanent vormingsinstrument maken waarmee kan worden ingespeeld op de ingrijpende arbeidsmarktveranderingen. Verder wil de Brusselse Regering ook nagaan hoe het systeem van de PWA’s nuttig hervormd kan worden om zo een oplossing te bieden voor langdurige werklozen. Ten slotte focust de Strategie zich ook op het afstemmen van het economische en sociaal beleid op de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050.

De volledige vraag van Isabelle Emmery aan staatssecretaris Trachte leest u hier.