Voorstellen voor meer jobs

BECI (Brussels Enterprises Commerce & Industry) formuleert een aantal voorstellen om meer Brusselaars aan een job te helpen.

In haar nota ‘Voor een veerkachtig Brussel’ geeft BECI (kamer van koophandel Brussel) haar visie op de werkgelegenheid in het (post)coronatijdperk. De organisatie vreest dat er de komende maanden 30.000 werklozen bijkomen in de hoofdstad.

'In een eerste fase moet er een snelle reactie komen om nieuwe, snel inzetbare werkzoekenden zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen', luidt het. Er zullen banen die nog niet bestaan moeten gecreëerd worden voor laaggeschoolden, en dat kan onder meer door de verlaging van werkgeverslasten op lonen, kwalificatie van werkzoekenden, en meer aandacht voor STEM- en IT-beroepen. BECI beschouwt de sectoren bouw en renovatie, medisch en paramedisch, IT, STEM, e-commerce en stedelijke logistiek als hoopvol voor de Brusselse economie.

BECI betreurt de hoogte van het zwartwerk in Brussel (die zou 15% van het bruto gewestelijk product bedragen), het te veel aantrekken van buitenlandse werknemers voor de bouwsector, en het feit dat het in een aantal gevallen financieel voordeliger zou zijn van niet te werken in plaats van te werken.

'In het Brusselse Gewest moet de duurzaamheid van het stelsel van dienstencheques worden gega­randeerd via de rentabiliteit van het systeem. Dit moet gepaard gaan met een hogere winstgevendheid van de bedrijven om hun voortbestaan te verzekeren, en de mogelijkheid om ze te registreren in het IPA (met een verhoging van de prijs voor de consument) en/of een gewestelijke tussenkomst in de dienstencheque', vervolgt BECI.

De organisatie pleit ook voor de verhoging van de overheidssteun aan opleidingen, en om een erkende certificering voor opleidingen in het leven te roepen (QFOR, ISO 29990, enz., naast een ranking door de gebruikers), een ‘opleidingsrekening’ voor iedereen naar het voorbeeld van het Franse ‘compte personnel de formation’, en een grotere fiscale aftrekbaarheid van opleidingskosten. BECI vraagt  ook dat een deel van de opzegvergoeding besteed wordt aan opleiding en begeleiding. In de mate van het mogelijke moeten inspanningen om de werknemer dichter bij zijn werkplek te brengen, worden aangemoedigd. We lezen ook een pleidooi voor het beperken van de werkloosheidsuitkeringen tot 2 à 3 jaar. Het geld dat dan vrijkomt zou moeten besteed worden aan een activerings- of uitkeringsbeleid op maat van de langdurige werklozen.

De volledige nota vindt u hier.