Tijdens deze legislatuur groeide het aantal arbeidsplaatsen in de sociale en beschutte werkplaatsen al met 690 VTE en in de lokale diensteneconomie met 402 VTE. Minister Homans wil nog een bijkomend groeipad realiseren van 10 miljoen euro.  Hiervoor worden de middelen uit het vroegere gesco-stelsel (voor gesubsidieerde contractuelen) overgenomen.  In Vlaanderen worden de gesco-statuten afgebouwd, een aantal wordt geregulariseerd binnen het betrokken beleidsdomein, andere zullen uitdoven of worden beëindigd.

De nieuwe regelgeving voor Collectief Maatwerk, die de bestaande sociale en beschutte werkplaatsen in één kader samenbrengt (en waarvan de financiering grondig zal wijzigen), gaat van kracht op 1 januari 2019. Het laatste decreet van de lokale diensteneconomie trad reeds in 2015 in werking en wordt nu ook geleidelijk toegepast.

Doorstroming naar de reguliere economie wordt een belangrijke opdracht voor alle betrokken organisaties in beide systemen. Dit wordt ondersteund door de verspreiding van good practices en methodieken via het Europees Sociaal Fonds Vlaanderen. Ook werden 40 ondernemingen (of consortia) gemandateerd om doelgroepwerknemers te begeleiden die klaar zijn voor een job in een regulier bedrijf.

De minister zet daarnaast in op lokaal maatschappelijk surplus via de klaverbladen. De centrumsteden en gemeentelijke samenwerkingsverbanden zullen ondersteund worden om in hun regierol op vlak van lokale sociale economie een beleidsvisie te ontwikkelen en samenwerking met en tussen de actoren te faciliteren. De doorstroomtrajecten zullen sollicitatietraining bieden, ondersteuning bij problemen met randvoorwaarden en stages in reguliere bedrijven, waarbij zowel het bedrijf als de doelgroepwerknemer gecoacht zullen worden. Die begeleiding kan nog even doorlopen na een aanwerving.

In Vlaanderen wordt ook – in het kader van de zesde staatshervorming – de sociale inschakelingseconomie (SINE-maatregel) omgevormd. Het wordt een instrument voor individueel maatwerk, waarbij bedrijven doelgroepwerknemers kunnen opnemen in hun reguliere werking zonder van inschakeling hun hoofdactiviteit te maken.

Ten slotte kondigt de beleidsbrief nog verdere ondersteuningsmaatregelen aan voor het sociale ondernemerschap: bij de opstart, gericht op innovatie en duurzaamheid. Ook het realiseren van maatschappelijk meerwaarde via coöperatief ondernemerschap en verschillende vormen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen wordt verder ondersteund.

De volledige beleidsbrief kunt u hier terugvinden.