Beleidsnieuws

Vlaams regeerakkoord: werk en sociale economie

De primaire doelstelling van de nieuwe Vlaamse minister van Werk Hilde Crevits (CD&V) is het verhogen van de werkzaamheidsgraad van bijna 75% naar 80%. Daarvoor moeten 120 000 Vlamingen aan een job geholpen worden. Cruciaal om dat te bereiken is de duidelijkere regisseursrol die VDAB toebedeeld krijgt, naast een rist maatregelen die activerend moeten werken.

Van de lange reeks activerende maatregelen lichten wij er enkele toe:

  • De Vlaamse Regering zal via de nieuwe jobbonus het verschil tussen werken en niet-werken groter maken. Die bedraagt minimaal 600 euro op jaarbasis voor mensen die voltijds werken en hierbij tot maximaal 1.700 euro bruto per maand verdienen. Het bedrag van de Vlaamse jobbonus wordt vervolgens uitgefaseerd richting een bruto maandloon bij voltijdse prestatie van 2.500 euro.
  • De Vlaamse regering wil inzetten op een versterkte interregionale mobiliteit en het aantrekken van buitenlands talent. Het nieuwe samenwerkingsakkoord met Brussel krijgt daarbij prioritair de aandacht.
  • Kinderopvang moet flexibel en betaalbaar worden georganiseerd. Hierbij moet voorrang worden gegeven aan kinderen van werkende ouders en ouders die een opleiding volgen in het kader van een traject naar werk.
  • Via de doelgroepverminderingen voor jongeren, ouderen en personen met een arbeidshandicap zet de Vlaamse regering al in op het activeren van personen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. De nieuwe regering wil meer individuele kortingen op maat voorzien en aldus het doelgroepenbeleid in overleg met de sociale partners hervormen tegen 2021. Ook de premie voor langdurig werkzoekenden wordt in die hervorming meegenomen.
  • Via de sociale economie en het wijkwerken wil de Vlaamse regering kansen creëren en ondersteuning op maat bieden voor mensen met een heel grote afstand tot de arbeidsmarkt en een grote begeleidingsnood. Daarbij wil de regering ervoor zorgen dat zij die kunnen doorstromen naar werk ook effectief doorstromen, maar ook bekijken of en hoe een terugvalpositie kan geboden worden voor zij die doorstromen van sociale naar reguliere economie. Daarnaast worden bijkomende plaatsen gecreëerd voor sociale economie, met daarbij aandacht voor zowel individueel maatwerk als collectief maatwerk en arbeidszorg.
  • Er worden meer werk-zorgtrajecten voorzien voor mensen met een medische, mentale, psychische, psychiatrische en/of sociale problematiek (MMPPS). Hopelijk worden deze trajecten ook snel opengesteld voor Brusselaars, wat nu vaak nog niet het geval is.
  • Met het oog op re-integratie van arbeidsongeschikten en langdurig zieken op de arbeidsmarkt wil de regering een aanbod op maat voorzien en de samenwerking tussen VDAB, RIZIV en de ziekenfondsen versterken.

VDAB

Om de goede werking van de arbeidsmarkt te verzekeren, volstaat het niet langer om toe te spitsen op de uitkeringsgerechtigde werkzoekenden: de arbeidsreserve wordt uitgebreid met burgers op beroepsactieve leeftijd die niet werken en niet ingeschreven zijn bij VDAB. Om de vooropgestelde hoeveelheid mensen aan een job te helpen wordt veel verwacht van de VDAB: haar opdracht wordt uitgebreid tot de ‘centrale datagedreven en resultaatsgerichte werkzaamheids- en loopbaanregisseur van het volledige activeringsbeleid in Vlaanderen, van waaruit we een integraal beleid voeren inzake controle en bemiddeling, activering en begeleiding naar en op de arbeidsmarkt, opleiding en loopbaanbegeleiding, en dit zowel naar ondernemingen, werkzoekenden, werknemers als naar niet-actieven’. Ook moet de samenwerking met lokale besturen en bedrijven worden versterkt.

De Vlaamse regering geeft volgende opdrachten aan VDAB:

  • VDAB moet ‘haar activiteiten kritisch screenen en voldoende monitoring voorzien’.
  • Nieuwkomers met een arbeidsperspectief worden verplicht om zich meteen bij de VDAB in te schrijven en het actief deelnemen aan een traject naar werk wordt een verplicht onderdeel van het inburgeringstraject.
  • VDAB moet zoveel als mogelijk in contact proberen te komen met (al dan niet uitkeringsgerechtigde) inactieven die omwille van taal- culturele, huishoudelijke en/of andere redenen zich niet op de arbeidsmarkt begeven. Concreet wordt extra ingezet op de emancipatie van vrouwen met een migratie-achtergrond.
  • Het statuut van een persoon mag geen belemmering vormen voor deelname aan begeleiding naar werk of opleiding. Via gerichte acties en incentives moeten meer mensen, waaronder ook niet-uitkeringsgerechtigden, naar de arbeidsmarkt begeleid worden.
  • Na drie maanden moet de werkzoekende een verplichte overeenkomst sluiten over een persoonlijk traject naar werk.
  • Bij de inrichting van VDAB-opleidingen moet prioriteit gegeven worden aan diegene die leiden tot integratie en activering op de arbeidsmarkt. Voor andere opleidingen dooft de ondersteuning uit.
  • Gezien de tijden van arbeidskrapte moet aan werkgevers extra ondersteuning voor het invullen van hun vacatures geboden worden.
  • Het Versnellingsplan van VDAB met o.a. het versneld screenen van de langdurige werkzoekenden moet versterkt uitgevoerd worden.
  • De VDAB zal ook de lokale besturen nog meer ondersteunen bij hun activeringsbeleid voor leefloongerechtigden, door best practices nog beter te ontsluiten en samenwerkingsverbanden tussen kleinere, naburige gemeenten nog beter te faciliteren.
  • Wie actief werk zoekt, maar binnen 2 jaar niet aan de slag kan, kan verplicht worden ingezet in gemeenschapsdienst. Deze maatregel komt er ondanks aandringen uit de sector om geen bezigheidstherapie in te stellen, maar verder in te zetten op bestaande methodes, zoals arbeidszorg en andere vormen van maatwerk. De Vlaamse regering maakt zich sterk dat de gemeenschapsdienst steeds onderdeel uitmaakt van een begeleid traject naar werk en zorgt ervoor dat verworven (generieke) competenties op peil gehouden en versterkt worden. Van zodra de gemeenschapsdienst operationeel is, worden de voormalige PWA’ers (met behoud van rechten) hierin overgeheveld. VDAB en lokale besturen nemen – elk vanuit de eigen opdracht – de regie van de trajecten op.