Beleidsnieuws

Succesvol mentorschap bij alternerende opleidingen

Op het kennisplatform ODIN van het Departement Werk en Sociale Economie verschenen nieuwe bijdragen over het mentorschap bij alternerende opleidingen. Leerlingen die een alternerende opleiding volgen, brengen een aanzienlijk deel van hun tijd door op de werkplek. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de mentor. Deze persoon wordt door de onderneming aangeduid en moet de leerling op de werkplek opleiden en begeleiden. De mentor moet ook de leerling evalueren. De nieuwe bijdragen van ODIN bestaan uit een literatuurstudie met als kernvraag ‘wat is precies de rol van de mentor?’ en een HIVA-KU Leuven studie rond de onderzoeksvraag ‘hoe word je een goede mentor?’

Wat is precies de rol van de mentor?

Deze bijdrage bevat een verkennende literatuurstudie naar de rol van mentoren bij het succesvol maken van alternerende opleidingen, op basis van recente onderzoeken in Vlaanderen. Samengevat kwamen de volgende basiselementen van goed mentorschap uit de studie naar voren. Een eerste is voldoende afstemming creëren tussen de opleidingsverstrekker en de onderneming, zodat de mentor zijn/haar taak goed kan vervullen. Dit gaat in de eerste plaats over het maken van goede afspraken over wie welke rol in het opleidingsplan van de leerling zal vervullen. Ten tweede is het van belang dat er een goede matching is tussen de leerling en de onderneming. Een duurzame relatie tussen deze twee actoren kan een aantal vroegtijdige stopzetting van overeenkomsten verminderen. Ten derde moet een onderneming goed op de hoogte zijn van de beginsituatie en de startcompetenties van de jongere. Jongeren die al een goede arbeidsattitude en motivatie hebben ontwikkeld voor het werkplekleren, zullen sneller kunnen overgaan tot het leren van vaktechnische competenties. Ook om een goede match te vinden met een onderneming zijn deze gegevens over de jongere van belang. Tot slot moet de werkplek voldoende tijd vrijmaken voor een-op-een-begeleiding van de leerling. Dit is van essentieel belang om de jongere voldoende gemotiveerd te houden doorheen de opleiding.

Hoe word je een goede mentor?

Samengevat is een goede mentor iemand die de jongere voldoende begeleidt, maar hem/haar ook voldoende verantwoordelijkheid geeft. Daarnaast moet de jongere ruimte krijgen om fouten te maken. Op die manier kunnen jongeren groeien in hun zelfstandigheid. De mentor heeft ook een sociale rol. Dit wil zeggen dat ze een luisterend oor bieden aan de jongeren en als tussenpersoon fungeren tussen de jongeren en collega’s. Een goede mentor zijn vraagt ook heel wat tijd. Het is dus belangrijk dat bedrijven hun mentoren ontlasten van taken, zodat ze voldoende tijd kunnen vrijmaken om hun mentorrol waar te maken. 

Dit onderzoek van HIVA-KU Leuven baseert zich op diepte-interviews met 40 leerlingen en trajectbegeleiders.

De ODIN-literatuurstudie ‘naar succesvol mentorschap bij alternerende opleidingen’ vindt u hier terug. De volledige studie van het HIVA-KU Leuven ‘De mentor op de leerwerkplek, een evenwichtskunstenaar’ vindt u hier terug.