Publicaties en analyse

Outreachende aanpak

Het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 ambieert een werkzaamheidsgraad van 80% tegen 2024 en zo 120.000 Vlamingen extra aan een job te helpen. Om dit te realiseren telt élk talent en zal men kwetsbare groepen en inactieven activeren. In een advies aan Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, Hilde Crevits (CD&V), schetst de commissie diversiteit van de SERV een kader voor een beter bereik van niet-beroepsactieve groepen en volgt hiertoe twee sporen.

Om een verbreding van het activeringbeleid te realiseren is er in eerste instantie nood aan specifieke acties en maatregelen voor een bredere doelgroep dan werkzoekenden met een werkloosheidsuitkering of -aanvraag binnen de bestaande dienstverlening. Daarnaast vraagt de commissie aan VDAB om voor niet-beroepsactieven die niet ingeschreven zijn bij VDAB een duurzame samenwerking aan te gaan met partners die meer expertise hebben met specifieke doelgroepen en de financiering voor goed werkende toeleidings-initiatieven te optimaliseren.

De commissie benadrukt dat het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen alle betrokkenen dé hoeksteen is van een efficiënte outreachende toeleiding naar werk. Dit vraagt om open, uitnodigend en motiverend maatwerk in instroom, begeleiding en opvolging én het eigenaarschap van het traject in handen van de niet-beroepsactieve zelf, mits de nodige ondersteuning van de toeleider en de bemiddelaar.

Voor een succesvolle toeleiding naar werk vraagt de commissie een integrale aanpak van de doelgroep en haar problemen. De drempels waar moeilijk bereikbare werkbereide niet-beroepsactieven mee te maken hebben, zijn niet louter individueel zijn maar vaak ook structureel van aard, waardoor zij op grotere schaal moeten worden aangepakt door enerzijds een duidelijke regisseur op structureel en individueel niveau om de intensievere afstemming en samenwerking tussen beleidsdomeinen en beleidsniveaus te realiseren.en anderzijds het wegwerken van knelpunten die samenwerking tussen beleidsdomeinen bemoeilijken, zoals de privacywetgeving en de verkokering van middelen.

Verder is er nood aan een stimulerende en ondersteunende aanpak t.a.v. werkzoekenden en werkgevers. Dit vraagt enerzijds om een structurele aanpak die werken stimuleert en lonender maakt. Anderzijds is er nood aan perspectief op voldoende duurzame arbeidsplaatsen voor deze groepen. Werkgevers moeten verder worden gestimuleerd en ondersteund om hier mee op in te zetten en er de opportuniteiten van in te zien.

Tot slot doet de commissie aanbevelingen rond een stimulerende en ondersteunende aanpak ten aanzien van werkzoekenden en werkgevers en rond een goede monitoring als belangrijke basis voor beleidsbeslissingen, -evaluaties en –bijsturingen.

Het volledig advies kan je hier downloaden.