Beleidsnieuws

Opleidingsinkomen

In de Commissie voor de economische zaken en de tewerkstelling van het parlement van het Brussels Gewest stelde parlementslid Pepijn Kennis (Agora) een vraag aan minister Bernard Clerfayt (DéFI) in verband met het opleidingsinkomen om werkzoekenden te vergoeden tijdens hun opleiding.

Een studie van de ULB bevestigt dat een te groot deel van de werkzoekenden een opleiding niet voltooit om financiële redenen, begint minister Clerfayt in zijn antwoord. Vandaar dat er voor werkzoekenden een opleidingsvergoeding is ingevoerd. De huidige opleidingsvergoeding is een bevoegdheid van de COCOF, want opleiding is een gemeenschapsbevoegdheid. Sinds de jaren negentig bedroeg de opleidingsvergoeding 1 euro per uur. In het begin van deze regeerperiode werd de vergoeding verdubbeld, maar de materie is een bevoegdheid van de gemeenschappen gebleven. In de beleidsverklaring heeft de regering zich ertoe verbonden om de opleidingsvergoeding te vervangen door een opleidingsinkomen dat door het gewest zou worden uitgekeerd. Bovendien zou het bedrag opgetrokken worden naar 4 euro. Institutioneel gezien bleek de situatie echter heel ingewikkeld, in Brussel bestaat er alleen voor de Franstalige werkzoekenden een opleidingsvergoeding. Het gewest wil die vandaag verder optrekken naar 3 euro per uur voor de knelpuntberoepen.

De opleidingsvergoeding van 2 euro per uur wordt toegekend aan niet-werkende of deeltijds werkende werkzoekenden die bij Actiris zijn ingeschreven en met Bruxelles Formation, of een van zijn partners, een overeenkomst voor een beroepsopleiding hebben afgesloten. De opleidingsvergoeding is verenigbaar met een werkloosheidsuitkering, leefloon of vervangingsinkomen voor personen met een handicap. Stagiairs die een opleiding bij VDAB Brussel volgen, ontvangen volgens de bepalingen van het Vlaamse decreet geen opleidingsvergoeding, maar genieten financiële voordelen zoals de terugbetaling van hun verplaatsingskosten en de kosten van de kinderopvang.

Lees hier vraag en antwoord in extenso.