Publicaties en analyse

Ongelijke toegang arbeidsmarkt voor mensen van vreemde origine

Mensen met een vreemde origine vallen op de arbeidsmarkt nog steeds vaker uit de boot dan die van Belgische origine, zo blijkt uit de Socio-economische Monitoring 2019: arbeidsmarkt en origine.

De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ontwikkelde samen met Unia de Socio-economische Monitoring om dit te keren. Aan dit tempo duurt het nog decennia voordat mensen van buitenlandse origine evenveel kansen hebben op een job als mensen van Belgische origine. 

Vandaag ziet men dat meer mensen van vreemde origine een job vinden (3,6 procentpunten meer in 2016 dan in 2008). Unia-directeur Els Keytsman: 'Maar dat neemt niet weg dat ze nog steeds een pak minder kans op werk hebben dan hun landgenoten van Belgische origine'. Door structurele discriminatie blijft onze arbeidsmarkt vierkant draaien voor werkzoekenden van vreemde origine. Zo stelt men vast dat maar 46,5 procent mensen van Maghrebijnse origine een job heeft, tegenover 73,7 procent van de personen van Belgische origine. Voor mensen uit het Nabije/Midden Oosten is dit zelfs nog slechter (33,6 procent). 

Als men kijkt naar het gunstige effect op de arbeidsmakt indien men een diploma heeft, blijkt dat vooral te kloppen voor mensen van Belgische origine. Bij personen van niet-EU-origine ligt het genuanceerder. Als zij al met hun diploma een goedbetaalde job vinden, is het alleen in de sector waarbinnen ze gespecialiseerd zijn.

U leest het rapport hier.