Publicaties en analyse

OESO onderwijsrapport 2018

De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft zijn jaarlijks vergelijkend onderzoek naar het onderwijs in 46 landen over de hele wereld gepubliceerd.

Het rapport gaat na wie participeert in onderwijs, wat er gespendeerd wordt, hoe onderwijssystemen georganiseerd zijn en welke resultaten bereikt worden. De onderzoekers kijken naar allerhande indicatoren, van de prestaties van studenten in bepaalde vakken tot de impact van onderwijs op het latere loon en kansen op tewerkstelling.

Het rapport is een goede maatstaf voor de kwaliteit van het onderwijs in Vlaanderen en België. Globaal gezien gaat het om een positieve evaluatie, de schooldeelname van drie tot vijfjarigen is bijvoorbeeld bijna honderd procent en meer dan de helft van de 20-jarigen in België volgt hoger onderwijs (tegenover 39% in het OESO gemiddelde).

Op het vlak van sociale ongelijkheid zijn de resultaten echter zorgwekkend. Zo zijn elf procent van de jongeren (tussen de 15 en 29) die hier geboren zijn niet schoolgaand of werkend; ze worden gecategoriseerd als NEET (Not in Employment, Education, or Training). Nog opvallender is dat jongeren die in het buitenland geboren zijn dubbel zoveel kans maken om NEET te worden dan autochtone jongeren. 

Er blijkt uit het rapport andermaal dat de sociale achtergrond van een kind in België nog altijd sterk zijn of haar later studietraject en jobkansen bepaalt. Zo hebben 58 procent van de leerlingen in het aso een hooggeschoolde moeder, terwijl slechts 20 procent van de leerlingen in tso en bso die hooggeschoolde achtergrond hebben. Ook op de arbeidsmarkt gaapt een sociale kloof: de kans op werk voor hooggeschoolde migranten is beduidend lager dan die voor autochtonen.

Het volledige rapport kunt u hier terugvinden (in het Engels).