Beleidsnieuws

Memoranda Brussel: werkgeversorganisaties

Naar aanleiding van de verkiezingen in mei hebben allerhande organisaties memoranda voor het Brussels gewest gepubliceerd. Zo ook de werkgeversorganisaties Voka Metropolitan, BECI, Bruxeo en UNIZO. Wij zetten enkele hoofdpunten voor u in de kijker.

Voka Metropolitan

Vlaanderen en Brussel moeten tot een nieuwe entente komen. Daartoe bepleit Voka Metropolitan de oprichting van een politiek overlegplatform: VLIRIS. Dat moet de komende jaren zorgen voor een betere samenwerking inzake mobiliteit, ruimtelijke planning, arbeidsmarkt.

In de zesde staatshervorming was de oprichting voorzien van een Hoofdstedelijke Gemeenschap, met de federale overheid, de drie gewesten en alle gemeenten van Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Brussel. Voka geeft aan dat die niet van de grond is gekomen. Kris Cloots, voorzitter van Voka Metropolitan: “Laat ons het simpel houden en een overlegplatform creëren tussen het Vlaamse en Brusselse gewest, want het is tussen die overheden dat de komende jaren zeer belangrijke werven moeten worden afgesproken, voor de mobiliteit, de ontwikkeling van bedrijvenzones, de arbeidsmobiliteit, de ontwikkeling van de luchthaven…”

Voka Metropolitan pleit tevens voor een optimalisering van Beliris, het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en het Brusselse gewest voor infrastructuurinvesteringen van hoofdstedelijk en internationaal belang. “Ook de gewesten moeten daarbij worden betrokken. Een deel van de dotaties die het Brusselse gewest rechtstreeks krijgt voor zijn hoofdstedelijke functie zouden ook kunnen toegewezen worden aan Beliris voor projecten. Die dotaties zijn thans te vrijblijvend.”

In zijn memorandum formuleert Voka Metropolitan verder de ambitie om 50.000 Brusselaars meer aan de slag te krijgen de komende 5 jaar en de werkloosheid zo terug te dringen onder de 10%. “Dat kunnen we bereiken als we meer Brusselse werkzoekenden toeleiden naar jobs in Vlaanderen en nog meer investeren in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel”, verduidelijkt Jan Van Doren, directeur Voka Metropolitan.

Het memorandum stelt vier ambities voorop:

  • Ontwikkel de Brusselse metropool verder tot een internationale hotspot
  • Maak de Brusselse metropool meer toegankelijk en leefbaar
  • Zorg dat iedereen mee aan de slag is
  • Versterk het stedelijk netwerk rond Brussel

Download het volledige memorandum hier.

BECI

De regionale werkgeversorganisaties BECI, UWE en VOKA hebben de handen in elkaar geslagen om 12 gezamenlijke prioriteiten voor te stellen, die een coherent antwoord bieden op de uitdagingen waarvoor België en zijn gewesten staan. Die prioriteiten bevinden zich op 6 domeinen.

Zo pleiten ze op het vlak van mobiliteit voor de invoering van een slimme kilometerheffing en om meer te investeren in infrastructuur, op overheidsvlak voor administratieve vereenvoudiging en budgettaire discipline (gekoppeld aan een belastingstop), voor een effectief energiepact en het verhogen van energie-efficiëntie van gebouwen en op het vlak van innovatie om in te zetten op digitalisering en meer te investeren in R&D.

We zoomen in op de domeinen onderwijs en arbeidsmarkt. Zo stellen BECI en co vast dat er te weinig studenten afstuderen in STEM-richtingen. Ze willen dan ook dat er meer ingezet wordt op STEM, meer bepaald door het ontwikkelen van concrete actieplannen om STEM-richtingen te promoten. Daarnaast willen ze de link tussen onderwijs en arbeidsmarkt versterken door een opwaardering van duaal leren, respectievelijk werkplekleren, tot een volwaardig schooltraject met rechtstreekse toegang tot de arbeidsmarkt en een uitbreiding van de bestaande mogelijkheden tot duaal leren en werkplekleren. Ook in het hoger onderwijs moet die mogelijkheid verder aangeboden worden.

VOKA-UWE-BECI pleiten daarnaast voor veel meer inspanningen om van levenslang leren de norm te maken. Zo vraagt BECI een aanzienlijke verhoging van de budgetten voor bedrijven die zich engageren voor permanente vorming. VOKA pleit voor meer responsabilisering van de werknemer via een leer- en tijdrekening met periodieke kwalificatieplicht. UWE is vragende partij voor een beleid ter ondersteuning van de opleiding van werknemers en werkzoekenden in knelpuntberoepen, beroepen van de toekomst of beroepen waar omscholing voor nodig is, zonder dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen opleidingen in bedrijven, via een competentiecentrum of sectoraal fonds of die gebeuren in onderaanneming.

Tot slot moet er verder werk worden gemaakt van een verlaging van de fiscale lasten op arbeid, die momenteel (aldus de drie werkgeversorganisaties) de werking van de arbeidsmarkt verstoren. Ze schuiven die verlaging van lasten naar voren als dé manier om de koopkracht van de werkenden op te krikken zonder de concurrentiepositie van de bedrijven in het gedrang te brengen. Ze geven nog mee dat deze inspanningen eventueel kunnen worden geconcentreerd op de lage lonen “als dit budgettair noodzakelijk zou zijn”.

De 12 prioriteiten vindt u hier uitgebreider terug.

Hier vindt u ook nog de memoranda van BECI zelf, met maatregelen gegroepeerd rond vier thema’s: ‘mobiliteit’, ‘stad van de toekomst’, ‘werkgelegenheid’ en ‘financiën’.

Bruxeo

Bruxeo pleit ervoor om te investeren in de socialprofitsector, dat is volgens hen immers investeren in het algemeen belang, ondersteuning van de economische ontwikkeling en het welzijn van de Brusselaars en versterking van de toekomstige generaties. De socialprofitsector zet in op volgende punten:

  • Toegankelijke en kwaliteitsvolle diensten en moderne infrastructuur versterken de levenskwaliteit en de gezondheid van de inwoners en de aantrekkelijkheid van Brussel.
  • Opgeleide werknemers met een kwalificatie die overeenstemt met de behoeften van de werkgevers, die in goede gezondheid verkeren en beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt, vormen de basis van een bloeiende economie.
  • Socialprofit heeft een bewezen maatschappelijke impact en een aanzienlijke toegevoegde waarde. Kwaliteitsvolle jobs die niet naar het buitenland verplaatst kunnen worden en die zinvol zijn, vormen evenzeer een meerwaarde voor het gewest.

Ten eerste pleit Bruxeo voor samenwerking tussen deelstaten om samen de uitdagingen van de volgende legislatuur aan te gaan. Zo moet er gezorgd worden voor een coherent en sterk zorgaanbod op het Brussels grondgebied, gezien de toegenomen versnippering inzake gezondheid en welzijn. Ze stellen tien krachtlijnen voor om de uitdagingen van het Brussels gewest aan te gaan:

  • kwaliteitsvolle en toegankelijke socialprofitdiensten aanbieden;
  • de kwalificatie van de jobs en de kwalificatie van de werknemers versterken;
  • de impact van de sector op het milieu verminderen;
  • sociaal ondernemen eenvoudiger maken;
  • sociaal ondernemen en innoveren ten gunste van alle Brusselaars;
  • inzetten op overleg met de sector en zijn evolutie aandurven;
  • diversiteit promoten;
  • de coherentie van het Brussels beleid garanderen;
  • bouwen aan een socialer Europa;
  • adequaat investeren om de dienstverlening te garanderen en te versterken.

Het volledige memorandum vindt u hier terug.

UNIZO

De Unie van Zelfstandige Ondernemers behandelt in zijn memorandum heel verscheiden thema’s. We gaan dieper in op de beleidssuggesties in het domein arbeidsmarkt. Zo moet de krapte op de arbeidsmarkt, die een rem op de economische ontwikkeling en de winstgevendheid van bedrijven zet, worden aangepakt. Hiervoor kijkt UNIZO in de eerste plaats naar arbeidsbemiddelaars VDAB en Actiris. Die moeten hun rol als arbeidsmarktregisseur ten volle opnemen en zich actief inzetten om de krapte op de arbeidsmarkt te bestrijden. De regionale arbeidsbemiddelingsdiensten moeten de switch maken naar het invullen van vacatures en niet enkel het oplossen van de werkloosheid.

Om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken, is het volgens UNIZO cruciaal om de volledige potentiële arbeidsreserve aan te spreken. Om te vermijden dat personen te lang in een uitkeringssysteem blijven zitten, vraagt ten eerste UNIZO dat er een skillsassessment plaats vindt. Op deze wijze kan, indien nodig, snel voorzien worden in een gepaste vorming of opleiding in het traject naar werk. Ten tweede moeten de oorzaken van de lage participatiegraad op onze arbeidsmarkt van personen met een migratie achtergrond moet verder worden onderzocht. Ten derde moeten oudere werklozen en SWT-ers moeten binnen de werkloosheidsverzekering op dezelfde manier behandeld worden als gewone werklozen (vb. degressiviteit, beschikbaarheid, voorwaarde van onvrijwillige werkloosheid, enz.). Ten vierde moet, in afwachting van het realiseren van de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, moet het systeem van de uitkeringen efficiënter en eenvoudiger  worden gemaakt. Ten vijfde moet, in het kader van een snelle (her)tewerkstelling, elke leefloongerechtigde verplicht inschreven worden bij de regionale bemiddelingsdiensten. Tot slot is er ook nood aan een snelle screening van de competenties bij nieuwkomers, vluchtelingen en asielzoekers.

Daarnaast pleit UNIZO ook nog voor:

  • een soepele invulling van het criterium economische meerwaarde bij het toekennen van beroepskaarten;
  • dat het Brussels gewest een eigen regelgeving uitwerkt rond arbeidsmigratie voor hooggeschoolden, die gebaseerd is op de behoeften van de eigen arbeidsmarkt;
  • dat de interregionale samenwerkingsovereenkomsten tussen de regionale publieke bemiddelingsdiensten moet verder geïntensifieerd moeten worden door onder andere uitdagende key performance indicators voorop te stellen;
  • dat reguliere ondernemingen bij het aanwerven van werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt dezelfde tegemoetkoming krijgen als bedrijven uit de sociale economie, opdat er geen sprake is van oneerlijke concurrentie.