In normale omstandigheden, zonder COVID-19, mogen studenten 475 uren werken als jobstudent. Tijdens deze 475u zijn ze enkel de solidariteitsbijdrage van 2,71% verschuldigd. De regering maakte hierop een uitzondering om studenten aan te moedigen om (meer) aan de slag te gaan tijdens de coronacrisis in de zorg en/of onderwijs. Hierdoor kunnen werkgevers uit deze twee sectoren studenten meer gaan inzetten. Opgelet! Het gaat hierbij enkel om de sectoren zorg en onderwijs! De nieuwe maatregel houdt in dat de uren die de student presteert in het vierde kwartaal van 2020 (namelijk oktober, november, december) niet zullen meetellen in het jaarlijks contingent van 475 uren. De regel werd bovendien ook uitgebreid naar het eerste kwartaal van 2021 (januari, februari, maart).

 

Indien een student meer dan 240u in het 1^e, 2^e of 4^de kwartaal  werkt, verliezen de ouders normaal gezien het kindergeld voor deze drie maanden. Deze regel werd recent voor Brussel aangepast. De uitzonderingsregeling zegt dat deze beperking niet geldt voor het 4^de kwartaal van 2020 en het 1^ste kwartaal van 2021. Concreet mogen studenten dus meer dan 240 uren werken in het 4^de kwartaal van 2020 en 1^ste kwartaal van 2021. Opgelet vanaf april 2021, bij de start van het 2^de kwartaal van 2021 geldt deze uitzonderingsmaatregel niet meer en is de beperking van 240 werkuren opnieuw van kracht! Hier dienen jobstudenten en ouders dus wél rekening mee te houden.    

De verdere maatregelen en eventuele versoepelingen die genomen zullen worden kunnen steeds teruggevonden worden op de website van Student@Work op de pagina i.v.m. de coronacrisis.