De wijziging wil de kostenloosheid van de opleiding of werkplekleeractie garanderen voor de cursist, het inzetten van alle vormen van werkplekleren door partners faciliteren, duidelijkheid creëren over de doelstelling en de output van de werkplekleervormen, zorgen voor administratieve vereenvoudiging en bestaande anomalieën remediëren. Over dit wijzigingsbesluit wordt het advies ingewonnen van de SERV en daarna van de Raad van State.

Het ontwerpbesluit voorziet onder andere in de volgende hervormingen. Ten eerste is er een herrvorming van de IBO-vergoeding: Een IBO-cursist zal voortaan een IBO-premie krijgen die afgestemd is op het bedrag van het vervangingsinkomen van de cursist. Het totale inkomen van de cursist zal minstens 80% van het gemiddeld gewaarborgd maandelijks inkomen bedragen. De verplaatsingsvergoedingen voor de IBO-cursist zijn voortaan voor rekening van de VDAB zijn en niet meer van de werkgever.

Ook de cursistenvergoedingen worden hervormd: een vergoeding voor verre verplaatsing vervangt  de bestaande maaltijd- en overnachtingsvergoeding, de vergoeding i.k.v. kinderopvang wordt hervormd. De voorwaardelijke premie van één euro per effectief gevolgd uur beroepsopleiding wordt vervangen door een stimulanspremie.

In bepaalde gevallen kan, naast de VDAB, nu ook de partnerorganisatie bepaalde taken verrichten, bv. het organiseren van een beroepsverkennende stage.

Het ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering vindt u hier, De toelichtende nota kan u hier raadplegen.