Publicaties en analyse

Duaal Leren: kansen en gevaren

Vandaag organiseert het Steunpunt Onderwijsonderzoek (SONO) i.s.m. de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KU Leuven de studiedag Duaal Leren: kansen en gevaren. Op deze studiedag worden de resultaten van een breder onderzoek rond duaal leren, dat ook wordt gepubliceerd in boekvorm, voorgesteld. Onderzoeker Dieter Verhaest lichtte reeds een aantal conclusies toe bij Knack.

De onderzoeker geeft aan dat duaal leren een belangrijke strategie is om jeugdwerkloosheid terug te dringen. Zo hebben een aantal landen waar een sterke ‘duale traditie’ is deze lager dan in onze regio’s. Zo bedragen de percentages voor de jongerenwerkloosheid in Nederland, Duitsland en Zwitserland respectievelijk 10,%, 9% en 8%. In het Vlaamse gewest, waar duaal leren organiek wordt ingevoerd op 1 september 2019, bedraagt deze 14%. In het Brussels gewest, waar duaal leren ook uitgerold zal worden binnen de Vlaamse gemeenschap, bedraagt deze ondanks de daling van de voorbije jaren nog steeds 33% (cijfers: 2017; 15-24 jaar; excl. studenten).

Hoewel duaal leren dus kan bijdragen aan het verminderen van de jongerenwerkloosheid is het onderwijssysteem ook niet zonder risico’s. Indien er te veel gefocust wordt op de directe inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt kan dit op lange termijn negatieve effecten hebben, bijvoorbeeld het te zeer gekoppeld zijn van jongeren hun vaardigheden aan een specifieke job, zeker gezien de aankomende robotisering en digitalisering. Ook kan duaal leren jongeren weghouden van het hoger onderwijs, wat nu bv. in Duitsland het geval is. Dit is geen goed nieuws gezien het aantal jobs voor hoger opgeleiden alleen maar toeneemt.

Net als heel wat andere stakeholders voor hem wijst Verhaest op het belang van de kwaliteit van de leerwerkplekken: of duaal leren al dan niet succesvol wordt zal volgens hem in grote mate afhangen van de medewerking van de bedrijfswereld aan het onderwijsstelsel. Indien er niet voldoende kwalitatieve leerwerkplekken komen, zal duaal leren minder succesvol zijn en zullen vooral de zwakkere leerlingen opnieuw uit te boot vallen. Voorts toont het onderzoek aan dat duaal leren vooral bij grote ondernemingen goed lijkt te functioneren. Grotere ondernemingen kunnen de jongeren inzetten op verschillende functies en beschikken vaak over eigen opleidingscentra.

Het belang van de medewerking van ondernemingen bij duaal leren wordt ook aangehaald in het advies m.b.t. duaal leren in het volwassenenonderwijs dat de SERV eind december publiceerde op eigen initiatief. In dit advies benadrukt de SERV het belang van co-creatie en de gezamenlijke realisatie van duale leertrajecten in het door het onderwijs en de ondernemingen, hun vertegenwoordigers en/of sectoren. Voor de regie wordt gepleit om deze onder te brengen bij SYNTRA Vlaanderen; ook wordt voorgesteld om de bevoegdheden van het Vlaams Partnerschap duaal leren en de sectorale partnerschappen naar het volwassenenonderwijs uit te breiden. Verder stelt de SERV voor dat er een focus nodig is wat betreft de doelgroepen, dat de organisatie van duaal volwassenenonderwijs financieel gestimuleerd moet worden en dat de regering maximaal lessen moet trekken uit de proefprojecten voor het ESF-project 451 in het hoger en volwassenenonderwijs, waarvoor de indientermijn op 15 januari afloopt. Ook voor het statuut van de duaal lerende in het volwassenenonderwijs en de mogelijke leerovereenkomsten kijkt de SERV richting deze proefprojecten.