Beleidsnieuws

Digitale dienstverlening VDAB

Naar aanleiding van het nieuwe en meer digitale dienstverleningsmodel van de VDAB stelden verscheidene leden van het Vlaams Parlement tijdens de plenaire sessie van 24 oktober een vraag aan minister van Werk Philippe Muyters (N-VA). De vraagstellers waren Axel Ronse (N-VA), Imade Annouri (Groen), Daniëlle Vanwesenbeeck (Open VLD), Yasmine Kherbache (sp.a) en Sonja Claes (CD&V).

Eerder hadden armoedeorganisaties al felle kritiek geuit op die digitalisering, omdat die de drempel nog zou verhogen voor de meest kwetsbare werkzoekenden, diegene met beperkte digitale vaardigheden en de grootste afstand tot de arbeidsmarkt. De vragen aan de minister peilden dan ook of de kwetsbare werkzoekenden door de digitalisering niet uit de boot zouden vallen. Zo verwees Yasmine Kherbache (sp.a) naar een digitaal rapport dat vorig jaar door VDAB werd opgemaakt en waaruit bleek dat de helft van de Vlaamse 55-plussers en 40 procent van de laaggeschoolde werkzoekenden niet bereikbaar zijn via e-mail; die grote groep heeft dus erg beperkte digitale vaardigheden. De VDAB verkondigde toen dat ze die kwetsbare groep konden ontvangen en begeleiden via de lokale werkwinkels, waar zelfs geen afspraak nodig is.

Als antwoord lijstte minister Muyters uitvoerig de voordelen van het nieuwe dienstverleningsmodel op. Ten eerste verlaagt het model de drempel op het vlak van mobiliteit, dankzij het digitale en telefonische contact zal men zich alleen nog moeten verplaatsen als het echt nodig is.

Ten tweede zal het nieuwe model de kans geven om meer op maat te werken. Elke persoon die werkloos wordt, zal binnen de maand contact kunnen hebben met VDAB. Tijdens dat contact kan de bemiddelaar dan inschatten hoe zelfredzaam die persoon is en wie minder zelfredzaam is, zal beter kunnen worden opgevolgd. Door de digitalisering, die toestaat om de tijd van de bemiddelaar beter te kunnen inzetten, zal wie dat nodig heeft immers meer tijd krijgen dan in het verleden kon.

Cruciaal is, ten derde, dat het persoonlijk contact volgens minister Muyters niet zal worden afgebouwd: er blijven immers evenveel bemiddelaars, die zich beter kunnen concentreren op hun taak. Er blijft een uitgebreid netwerk aan locaties waar een werkzoekende zomaar kan binnenstappen voor begeleiding, aangevuld met telefonische bemiddelaars, die van 8 tot 19 uur gratis bereikbaar zijn via een 800-nummer.

Ten vierde ziet minister Muyters een bijkomende troef: door de contacten die bemiddelaars zullen leggen, zullen ze de digitale vaardigheid van hun cliënten ook gemakkelijker kunnen inschatten en ervoor zorgen dat ze die elders kunnen aanleren.

Ten vijfde heeft de VDAB beloofd dat hun nauwe samenwerking met lokale organisaties die met zwakkeren bezig zijn (OCMW’s, vakbonden …) nog versterkt zal worden.

Muyters concludeerde dat de grootste kritiek gebaseerd is op een misvatting: men is ervan uitgegaan dat de digitalisering zou leiden tot een vermindering van de lokale, persoonlijke, dienstverlening, wat niet het geval is. Na aansporing van Daniëlle Vanwesenbeeck (Open Vld) beloofde hij dat er binnen een jaar een evaluatie van het model zou gemaakt worden.

Kherbache en Sonja Claes (CD&V) besloten evenwel dat de VDAB al jaren een probleem heeft met het bereiken van de meest kwetsbare doelgroepen en dit nieuwe dienstverleningsmodel niet op die doelgroepen gericht lijkt, terwijl daar toch de prioriteit zou moeten liggen.

Het volledige verslag van de discussie in het Vlaams Parlement vindt u hier.