Brussel kijkt richting 2025

Met achttien doelstellingen op 160 beleidswerven wil de Brusselse regering samen met de Vlaamse en Franstalige Gemeenschappen de economische paradox aanpakken. Deze doelstellingen zitten vervat in de Strategie 2025 die de Brusselse economie nieuw leven moet inblazen binnen een tienjarige toekomstvisie. De Brusselse regering, de regering van de Fédération Wallonie-Bruxelles, de Vlaamse Gemeenschap, de colleges van de Gemeenschapspartners en de Brusselse sociale partners stelden deze week de toekomstvisie voor. 

De strategie is gestructureerd op twee pijlers. De eerste pijler somt de engagementen van het Brussels Gewest op en de tweede pijler die van het Brussels Gewest samen met de Franse en Vlaamse Gemeenschap.

Binnen de tweede pijler zijn er acht strategische doelstellingen waaraan meegewerkt wordt door de Fédération Wallonie-Bruxelles, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie. De Vlaamse Gemeenschap ondertekende het plan niet maar zegt wel de strategische doelstellingen te ondersteunen:

  • Tenuitvoerbrenging van de “Jongerengarantie”
  • Uitvoering van het actieplan “Brusselaars in het openbaar ambt”
  • Gewestelijk programma inzake kringloopeconomie
  • Versterking van de gekruiste beleidsinitiatieven werk-opleiding
  • Versterking van de beroepsopleidingen
  • Brussels programma voor het onderwijs
  • Uitdiepen van de intergewestelijke samenwerking en een uitbouw van een Hoofdstedelijke Gemeenschap
  • Promotie van duurzame en kwaliteitsvolle ontwikkeling
     

In de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement werd daags na de presentatie van Strategie 2025 gedebatteerd over de weigering van de Vlaamse Gemeenschap om dit plan te ondertekenen. Vlaams minister voor Brussel Sven Gatz (Open VLD) kwam die keuze in naam van de Vlaamse Regering verdedigen. Joris Posschet (CD&V) vond het een gemiste kans. Hij begrijpt dat Brussel de laatste decennia met veel plannen op de proppen kwam maar Strategie 2025 vindt hij een goed plan. Gatz benadrukte dat de Vlaamse Regering zijn steun uit voor de strategische doelstellingen van het plan, maar dat meer tijd nodig is om duidelijkheid te creëren over de operationele doelstellingen van het plan. Bijvoorbeeld: wie bouwt welke scholen, wanneer, op welke plaats, voor welke groep kinderen? Hoe zorgen we ervoor dat het aanbod en de vraag in het onderwijs goed op elkaar afgestemd kunnen worden? Hoe maken we de Brusselse kinderen beter meertalig? En hoe kunnen we de VDAB beter afstemmen op Actiris?

Karl Vanlouwe (NV-A) verdedigde de beslissing van de Vlaamse Gemeenschap. Hij duidt op het gebrek aan overleg en samenwerking bij de totstandkoming van dit plan. Partijgenoot Cieltje Van Achter gaat nog een stap verder in haar kritiek en noemt Strategie 2025 een onoverzichtelijk kluwen. “Achttien stuurcomités voor achttien grote doelstellingen, onderverdeeld in nog meer operationele werven met nogmaals zoveel werkgroepen. Er zullen alvast veel ambtenaren en kabinetsmedewerkers nodig zijn om al deze werkgroepen te bevolken.” Aldus Van Achter in brusselnieuws.

Elke Van den Brandt (Groen) spreekt in de plenaire van “oude wijn in nieuwe zakken”. Heel veel van wat in dit plan staat, stond namelijk ook al in de New Deal. Het is niet het eerste plan, en al zeker niet het meest vernieuwende plan.

Bekijk de uiteenzetting van Sven Gatz in het Vlaams Parlement.