Publicaties en analyse

Armoederisico voor huishoudens zonder werk

De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid publiceerde recentelijk een analyse over het armoederisico voor huishoudens zonder werk.

Het aandeel (quasi-) werkloze huishoudens behoort tot de hoogste in de EU en de arbeidsparticipatie van personen met een laag opleidingsniveau blijft quasi stabiel op een laag niveau. De toegang tot de arbeidsmarkt blijft dus een groot probleem. Bovendien bedraagt het armoederisico van deze groep in 2019 maar liefst 63,3%, wat opmerkelijk hoger is dan de 14,8% voor de algemene bevolking. In België is het armoederisico (AROP) voor huishoudens zonder lage werkintensiteit 7,8% t.o.v. een Europees gemiddelde van 12,1%. Voor huishoudens met een zeer lage werkintensiteit (VLWI) doen we het slechter: 63,3% t.o.v. 61,8%.

Personen in een (quasi-)werkloos huishouden hebben een kwetsbaarder profiel. Het gaat vaker om laagopgeleiden, personen met een niet-EU27 achtergrond, alleenstaanden, families met kinderen en individuen zonder eigen inkomen of enkel een ziekte- of invaliditeitsuitkering. Het verhoogd armoederisico voor huishoudens met een zeer lage werkintensiteit is te wijten aan een combinatie van hun profielkenmerken en de gemaakte beleidskeuzes. Het armoederisico zou 4 tot 8 percentpunt lager zijn voor deze groep als er tussen 2008 en 2018 geen wijziging was geweest in hun profiel. Met name de toename van het aantal alleenstaanden, het aandeel personen geboren buiten de EU, het aandeel van diegenen zonder eigen inkomen en diegenen in de leeftijdscategorie 25-49 jaar droegen bij aan het toegenomen armoederisico.

Meer info leest u hier.