Deze vraag kwam er na een rapport uit de nieuwe European jobs Monitor (EJM), waarin werd vastgesteld dat de werkgelegenheid in Europa vooral toeneemt in de hoofdstedelijke regio’s. Dit doorlopend onderzoek gaat de structurele veranderingen na op de Europese arbeidsmarkt.

Minister Crevits was niet zeker van de oorzaak van deze trend, maar gaf al twee mogelijke oorzaken van deze afwijking in Brussel en Antwerpen. Ten eerste is de sterke polarisatie tussen hoge en lage lonen in Brussel te danken aan de aanwezigheid van de talrijke Europese en internationale instellingen. Ten tweede speelt er zich in Antwerpen het haven-effect af waarbij dus heel wat grote bedrijven aanwezig zijn die een grote polarisering teweeg brengen in de loonhoogte van werknemers. Bedrijven in het havengebied hebben vaak nood aan mensen die kortgeschoold zijn en daardoor ook lagere lonen krijgen. Ze rondde haar betoog af met de suggestie om deze evolutie verder te onderzoeken. Claes gaf nog aan dat de RSZ-korting op maat een maatregel kan zijn om het aantal middenklassers op de arbeidsmarkt te verhogen in deze regio’s.

Imade Annouri (Groen) en Caroline Gennez (sp.a) vroegen, naar aanleiding van deze stedelijke arbeidsmarktproblematiek, waar VDAB de middelen moet halen om de werkzaamheidsgraad in Vlaamse steden op te krikken. Crevits is ervan overtuigd dat de middelen niet moeten worden uitgebreid, maar deze specifieker voor bepaalde doelgroepen moeten worden ingezet. Zo had de bestaande doelgroepenkorting m.b.t. de middengeschoolden en de 55-plussers volgens haar niet het verwachte effect en moeten die anders worden ingezet.

De actuele vragen van deze politici aan minister Crevits kunt u herbekijken in het verslag.